FAQ
Inhoudsopgave
Je controleert of je het juiste loonkostenvoordeel (LKV) ontvangt door te zorgen dat je een geldige doelgroepverklaring hebt, de LKV-indicatie correct is verwerkt in je loonaangifte, en door het Wtl-overzicht van de Belastingdienst (na afloop van het jaar) te vergelijken met je eigen loonadministratie. Klopt er iets niet, dan kun je binnen de correctietermijn je loonaangifte aanpassen.
Als werkgever dien je het verzoek voor een loonkostenvoordelen in via de loonaangifte. Hiervoor heb je een kopie nodig van de doelgroepverklaring loonkostenvoordelen van de werknemer. De werknemer vraagt deze aan bij UWV. Als de werknemer onder de doelgroep oudere werknemers (56+) valt en een uitkering krijgt via de gemeente, dan vraagt de werknemer de doelgroepverklaring LKV aan via de gemeente. Verdere aanvraag loopt via de loonaangifte van de Belastingdienst.
De hoogte van het loonkostenvoordeel kan oplopen tot €18.000 per werknemer per jaar, maar dit bedrag is afhankelijk van verschillende factoren, zoals:
- Soort werknemer: Er zijn verschillende categorieën werknemers die in aanmerking komen voor het LKV, zoals oudere werknemers (50 jaar of ouder), werknemers met een arbeidsbeperking, en langdurig werkzoekenden. Hoe meer de werknemer in een risicogroep valt, hoe hoger het loonkostenvoordeel kan zijn.
- Duur van het dienstverband: De hoogte van de subsidie kan ook afhangen van de duur dat de werknemer in dienst is bij het bedrijf. Dit betekent dat het voordeel kan variëren, afhankelijk van hoe lang de werknemer al werkzaam is.
- Sector en cao: Afhankelijk van de sector of de cao waaronder het bedrijf valt, kunnen er aanvullende voorwaarden zijn die het LKV beïnvloeden. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op specifieke afspraken binnen bepaalde sectoren of collectieve arbeidsovereenkomsten.
- Individuele situatie van de werknemer: De hoogte van de subsidie wordt ook bepaald door de specifieke situatie van de werknemer, zoals hun afstand tot de arbeidsmarkt of het aantal uren dat zij werken. Werkgevers moeten de juiste gegevens aanleveren om het recht op het loonkostenvoordeel vast te stellen.
Het loonkostenvoordeel wordt verstrekt via de Belastingdienst en is een tegemoetkoming voor werkgevers om hen aan te moedigen om mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen. Het is belangrijk voor werkgevers om goed op de hoogte te zijn van de voorwaarden en het aanvraagproces om optimaal gebruik te maken van deze regeling.
Loonkostenvoordeel (LKV) en loonkostensubsidie lijken op elkaar, maar zijn verschillend. LKV is een belastingvoordeel voor werkgevers die mensen uit bepaalde doelgroepen aannemen, zoals oudere werkzoekenden of mensen met een arbeidsbeperking. Dit wordt aangevraagd via een doelgroepverklaring en achteraf uitgekeerd door de Belastingdienst. Loonkostensubsidie daarentegen is een maandelijkse bijdrage van de gemeente voor werknemers die door een beperking niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen.
Loonkostenvoordelen (LKV) zijn een compensatie voor werkgevers die mensen in dienst nemen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Valt een werknemer binnen één van de volgende doelgroepen die hieronder geformuleerd zijn, dan kom je in aanmerking voor loonkostenvoordelen en ontvang je een tegemoetkoming.
Werknemers die in aanmerking komen voor het loonkostenvoordeel (LKV) zijn onder andere oudere uitkeringsgerechtigden van 56 jaar of ouder, mensen met een arbeidsbeperking die in het doelgroepregister staan, werknemers die na langdurige ziekte herplaatst worden binnen het bedrijf, en personen uit de doelgroep banenafspraak of met een scholingsbelemmering. De werkgever kan alleen gebruikmaken van het LKV als de werknemer een geldige doelgroepverklaring heeft.
Het loonkostenvoordeel (LKV) wordt betaald door de Belastingdienst, maar het geld komt in feite uit de Rijksbegroting – dus van de overheid.