FAQ

Inhoudsopgave

    WGA

    WGA-uitkeringen

  • Dit hangt af van wat je verdient en wat je volgens de arbeidsdeskundige van UWV kunt verdienen. Er zijn drie situaties waarmee je te maken kunt krijgen:

    • Verdien je minder dan 50% van wat je volgens UWV kunt verdienen? In dat geval heb je geen recht op de loonaanvullingsuitkering. In plaats daarvan krijg je de (veel lagere) vervolguitkering.
    • Verdien je tussen de 50 en 100% van wat je volgens UWV kunt verdienen? In dat geval is jouw uitkering 70% van jouw WIA-maandloon min 70% van het bedrag dat je volgens de arbeidsdeskundige kunt verdienen.
    • Verdien je 100% of meer van wat je volgens de arbeidsdeskundige kunt verdienen? In dat geval is jouw uitkering 70% van jouw WIA-maandloon min 70% van het bedrag dat je verdient.

    Ingewikkeld? Het is vooral belangrijk om te onthouden dat jouw totale inkomen áltijd hoger is naarmate je meer zelf verdient. De uitkering gaat weliswaar omlaag, maar jouw totale inkomen is jouw uitkering plus het geld dat je verdient met werken. Zo loont werken altijd! Op de website van UWV staat een handige rekenhulp LGU waarmee je zelf jouw inkomen kunt berekenen. Kun je niet rondkomen van je uitkering? Ga dan na of je recht hebt op een toeslag.

     

  • Dit hangt af van of je werkt of niet. Werk je niet? Dan is de loongerelateerde uitkering de eerste twee maanden 75% van jouw WIA-maandloon. Vanaf de derde maand bedraagt de uitkering 70% van jouw WIA-maandloon. Werk je wél? Dan trekt UWV een deel van het inkomen dat je met werken verdient af van jouw WIA-maandloon. Dit gaat als volgt:

    • De eerste 2 maanden is jouw loongerelateerde uitkering 75% van jouw WIA-maandloon min 75% van het bedrag dat je verdient.
    • Vanaf de derde maand is jouw uitkering 70% van jouw WIA-maandloon min 70% van het bedrag dat je verdient.

    Ingewikkeld? Het is vooral belangrijk om te onthouden dat jouw totale inkomen áltijd hoger is naarmate je meer zelf verdient. De uitkering gaat weliswaar omlaag, maar jouw totale inkomen is jouw uitkering plus het geld dat je verdient met werken. Zo loont werken altijd! Op de website van UWV staat een handige rekenhulp LGU waarmee je zelf jouw inkomen kunt berekenen. Kun je niet rondkomen van je uitkering, ga dan na of je recht hebt op een toeslag.

     

  • Deze uitkering is meestal een stuk lager dan de loongerelateerde uitkering of de loonaanvullingsuitkering. Dit komt doordat UWV hem niet meer berekent op basis van jouw oude loon, maar van het minimumloon. Jouw arbeidsongeschiktheidspercentage bepaalt welke percentage van deze wettelijke ondergrens je precies krijgt.

    ArbeidsongeschiktheidspercentageOmvang vervolguitkering
    35 tot 45%28% van het minimumloon
    45 tot 55%35% van het minimumloon
    55 tot 65%42% van het minimumloon
    65 tot 80%50,75% van het minimumloon

    Verdiende je vóór je arbeidsongeschiktheid minder dan het minimumloon, bijvoorbeeld omdat je parttime werkte? Dan berekent UWV jouw vervolguitkering wél aan de hand van je oude loon.

    Ingewikkeld? Het is vooral belangrijk om te onthouden dat jouw totale inkomen áltijd hoger is naarmate je meer zelf verdient. De uitkering gaat weliswaar omlaag, maar jouw totale inkomen is jouw uitkering plus het geld dat je verdient met werken. Zo loont werken altijd! Op de website van UWV staat een handige rekenhulp waarmee je zelf jouw inkomen kunt berekenen. Kun je niet rondkomen van je uitkering, ga dan na of je recht hebt op een toeslag.

  • Een WGA-uitkering is bedoeld als een financieel vangnet voor werknemers die te maken hebben met gezondheidsbeperkingen. Zorgen die beperkingen ervoor dat je veel moeite hebt om zelf in jouw inkomen te voorzien? Dan is het vangnet groter om te voorkomen dat je er financieel te veel op achteruitgaat. Slaag je er juist goed in om zelf voor jouw inkomen te zorgen, dan wordt het vangnet automatisch wat kleiner. En varieert jouw inkomen in de loop van de tijd, dan heb je nu eens met het grote en dan weer met het kleine vangnet te maken.

    De WGA is er volledig op gericht om werken financieel aantrekkelijk te maken. Welke uitkering jij binnen deze regeling ook ontvangt (er zijn er drie), je bent altijd beter af naarmate je jouw mogelijkheden om te werken beter benut. Jouw inkomen bestaat uit de uitkering plus het geld dat je verdient met werken. Naarmate je meer verdient, valt jouw totale inkomen hoger uit. Werken is dus altijd gunstig. Het verschil kan oplopen tot honderden euro’s per maand! Op uwv.nl kun je zelf een vergelijking maken met rekenhulpen voor de loongerelateerde uitkering, de loonaanvullingsuitkering en de vervolguitkering.

     

  • Als je denkt dat UWV een fout heeft gemaakt, kun je bezwaar maken. Je doet dit door bezwaar te maken tegen de beslissing (beschikking) die je van UWV ontvangt over de hoogte van jouw uitkering. Zo’n beschikking kan gaan over één maand of over meerdere maanden. In de beschikking zelf staat hoe je bezwaar kunt maken en binnen welke termijn dit moet gebeuren.

  • Bij de beoordeling van uw WIA-aanvraag stelt een arbeidsdeskundige van UWV vast welk werk je nog kunt doen en wat je daarmee kunt verdienen. UWV noemt dit jouw ‘restverdiencapaciteit’. Heb jij vervolgens geen recht (meer) op een loongerelateerde uitkering? Dan kijkt UWV of je minstens de helft verdient van het bedrag dat de arbeidsdeskundige heeft berekend. Is dat het geval, dan krijg je een loonaanvullingsuitkering (LAU). Let op: voor jouw inkomen is het heel belangrijk dat je zo goed mogelijk probeert om aan deze eis te voldoen. Verdien je minder dan de helft van wat jij volgens de arbeidsdeskundige kunt verdienen? Dan krijg je de veel lagere vervolguitkering (VVU). Omdat deze is gebaseerd op het minimumloon, daalt jouw totale inkomen sterk. Wij doen er uiteraard alles aan om te voorkomen dat dit gebeurt.

  • Deze uitkering krijg je als je na 2 jaar ziekte instroomt in de WGA en in de laatste 36 weken vóór je ziek werd ten minste 26 weken hebt gewerkt. Wanneer je niet aan deze eis voldoet, krijg je de loonaanvullingsuitkering (LAU) of de vervolguitkering (VVU). Een uitzondering op deze regel geldt als je een WW-uitkering ontving voordat je ziek werd. In dat geval krijg je eerst een Ziektewetuitkering en vervolgens - als je twee jaar ziek blijft en UWV oordeelt dat je deels arbeidsongeschikt bent - een loongerelateerde WGA-uitkering. Hoe lang je deze uitkering ontvangt, hangt af van jouw arbeidsverleden. Je kunt dit terugvinden in de beschikking die je van UWV ontvangt. Op uwv.nl kun je nalezen hoe UWV te werk gaat bij het vaststellen van de duur van de uitkering.

  • Deze uitkering krijg je als je geen recht (meer) hebt op de loongerelateerde uitkering (LGU) en onvoldoende verdient om in aanmerking te komen voor de loonaanvullingsuitkering (LAU). Dit is het geval als:

    • Jij in de laatste 36 weken voor jouw ziekte minder dan 26 weken hebt gewerkt óf jouw loongerelateerde uitkering is afgelopen, en
    • Jij niets of minder dan de helft verdient van wat je volgens de arbeidsdeskundige van UWV met jouw beperkingen kunt verdienen.

    De vervolguitkering (VVU) is gebaseerd op het minimumloon. Deze uitkering is daarom voor de meeste mensen financieel veel minder gunstig dan de loongerelateerde uitkering en de loonaanvullingsuitkering. Dit betekent ook dat je jouw inkomen aanzienlijk kunt verbeteren als je erin slaagt meer te gaan verdienen. Wij helpen je daar graag bij!

  • De WGA telt drie uitkeringen:

    • De loongerelateerde uitkering (LGU)
    • De loonaanvullingsuitkering (LAU)
    • De vervolguitkering (VVU)

    De meeste mensen ontvangen eerst de loongerelateerde uitkering (LGU). Voor hoe lang dat is, hangt af van hun arbeidsverleden. Heb je geen recht (meer) op deze uitkering? Dan krijg je te maken met de loonaanvullinguitkering (LAU) óf de vervolguitkering (VVU). UWV laat je bij aanvang altijd per brief weten welke uitkering je krijgt, in de vorm van een formele beslissing (‘beschikking’).