Uitzendovereenkomst met uitzendbeding eindigt niet langer bij ziekte
De ABU en NBBU hebben een akkoord bereikt met de vakbonden FNV, CNV en De Unie over een nieuwe cao voor uitzendkrachten. In deze nieuwe cao’s, waarvan het merendeel van de afspraken per 1 juli inwerking treedt, is opgenomen dat het uitzendbeding bij ziekte van de uitzendkracht (fase A/1-2) niet langer meer kan worden gebruikt. De uitzendkracht die een uitzendovereenkomst heeft met uitzendbeding en ziek wordt, heeft ook dan recht op loondoorbetaling.

“Als het gaat om ziekte, is er per 1 juli geen onderscheid meer tussen een uitzendovereenkomst mét uitzendbeding en een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding.”

Loondoorbetalingsverplichting
Vanaf 1 juli 2023 hebben uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst met of zonder uitzendbeding (fase A/1-2) recht op twee jaar lang loondoorbetaling bij ziekte zolang de uitzendovereenkomst voortduurt. Tot 90% in het eerste ziektejaar en tot 80% in het tweede jaar. Hierbij geldt dat de eerste dag van de ziekte een wachtdag is, zonder wachtdagcompensatie.

Ziektewetaanvullingsverplichting
Gaat een uitzendkracht in fase A/1-2 ziek uit dienst? Dan heb jij als werkgever – mits het UWV een Ziektewetuitkering heeft vastgesteld – een aanvullingsverplichting voor deze uitkering. Wederom tot 90% in het eerste jaar en tot 80% in het tweede jaar. Voor deze aanvulling kan de werkgever een verzekering afsluiten of op een andere wijze een voorziening treffen. Het maximumpercentage dat voor deze verzekering c.q. voorziening op het feitelijke loon van de uitzendkracht mag worden ingehouden, bedraagt maximaal 0,30% (BV1) of 0,70% (BV2).

Het maken van (contractuele) afspraken
Het is van belang om als uitzendorganisatie duidelijke afspraken te maken met de uitzendkracht over deze nieuwe Ziektewet aanvullingsverplichting. Niet alleen omdat je als werkgever wettelijk een informatieverplichting hebt om de uitzendkracht hierop te wijzen, maar ook omdat je na het einde van de uitzendovereenkomst afhankelijk bent van informatie van UWV en/of de ex-uitzendkracht om aan je aanvullingsverplichting te kunnen voldoen. Om de aanvullingsverplichting na te komen, moet je bijvoorbeeld weten wat het dagloon is. Als je eigenrisicodrager bent voor de Ziektewet, dan weet je wat het dagloon is. Ben je dat niet? Dan moet je het dagloon zien te achterhalen bij UWV en de ex-werknemer. Maak daarom duidelijke afspraken met de uitzendkracht over wat je van elkaar kunt verwachten. Leg bijvoorbeeld contractueel vast dat wanneer een uitzendkracht ziek uit dienst treedt, hij of zij jou daarover informeert. En dus ook medewerking verleent aan het verstrekken van de beschikking waaruit blijkt dat de ex-uitzendkracht recht heeft op een Ziektewetuitkering en wat het dagloon is.

Verbeterde positie voor uitzendkrachten
Het doel van de ABU en de NBBU met de nieuwe cao’s, is het verbeteren van het uitzendwerk en meer perspectief voor uitzendkrachten. Met de aangekondigde wijzigingen worden de rechten van uitzendkrachten uitgebreid.

In onze volgende nieuwsbrief zoomt Hendarin in op het gebruik van het uitzendbeding in de uitzendovereenkomst. Wat is het verschil tussen een overeenkomst mét en zonder uitzendbeding? Hoe zien de wijzingen eruit per 1 juli aanstaande? En, welke consequenties heeft dit je voor jouw afspraken met de uitzendkracht en met de opdrachtgever?

Met een specialist van gedachten wisselen?

De nieuwe uitzend-cao heeft grote impact en vraagt om een goede voorbereiding én aanpassingsvermogen. Acture helpt jou daar graag bij!

Vraag een gesprek aan en ontvang persoonlijk advies