Dit percentage drukt uit wat jij volgens UWV door jouw beperkingen niet meer kunt verdienen. Het is een inkomensmaatstaf. Dat het percentage hoog of juist laag is, hoeft dus niet altijd te betekenen dat je meer of minder ernstig ziek bent dan een ander. Stel dat twee werknemers precies even ziek zijn, maar een verschillend salaris hebben. Dan heeft de werknemer met het hoogste salaris al snel een hoger arbeidsongeschiktheidspercentage. Simpelweg omdat hij of zij door de ziekte financieel het meeste inlevert.

Degene die berekent waar het arbeidsongeschiktheidspercentage in jouw geval op uitkomt, is de arbeidsdeskundige van UWV. Hij of zij wijst hiervoor eerst (ten minste) drie functies aan die gezien jouw beperkingen, opleiding en ervaring voor jou geschikt zijn. Hier horen drie salarissen bij, waarvan de arbeidsdeskundige altijd het middelste neemt. Dit legt de arbeidsdeskundige naast het loon dat je verdiende voordat je ziek werd: het verschil bepaalt jouw (nieuwe) arbeidsongeschiktheidspercentage. Je vindt jouw arbeidsongeschiktheidspercentage in het rapport dat de arbeidsdeskundige maakt. Hij of zij doet dit iedere keer bij het opnieuw beoordelen van jouw situatie. Je krijgt het (bijgestelde) rapport thuisgestuurd en wij ontvangen daarvan een kopie.