Uiterlijk 28 februari 2025 vind je in het portaal jouw jaaropgave terug. Na deze datum nog niets zichtbaar? Neem dan contact met ons op.

Solliciteer direct

Onduidelijkheid over het uitzendbeding bij ziekte.

Welke vragen roept de uitspraak van de Hoge Raad op?

Waar de cao-partijen per 1 juli afscheid wilden nemen van het uitzendbeding in de oorspronkelijke vorm, heeft de Hoge Raad op 17 maart tegen alle verwachtingen in geoordeeld dat het uitzendbeding onder bepaalde voorwaarden nog steeds is toegestaan. Hoewel de ziekmelding zelf niet meer fungeert als een automatisch verzoek tot beëindiging van de overeenkomst, kan de inlenende partij nog wél de overeenkomst beëindigen bij ziekte. Door aan te geven dat zij de uitzendkracht niet langer willen, of kunnen inlenen.

Afbeelding voor Onduidelijkheid over het uitzendbeding bij ziekte.

De uitspraak van de Hoge Raad roept veel vragen op. Tijdens een online webinar stonden advocaat Hendarin Mouselli en advocaat Jan Wouter Alt hier uitgebreid bij stil. In dit artikel geven wij een samenvatting van het webinar en daarmee inzicht in de vragen en onduidelijkheden.

Is het uitzendbeding nietig of zou het vernietigbaar moeten zijn?
Tussen een nietig en vernietigbaar beding zit een groot verschil. Een vernietigbaar beding is namelijk geldig tot het moment dat het wordt vernietigd, terwijl een nietig beding juridisch gezien nooit geldig is geweest. Het hof heeft geoordeeld dat het uitzendbeding vernietigbaar is. De Hoge Raad oordeelt in de uitspraak van 17 maart dat het uitzendbeding nietig is. De vraag is: is het uitzendbeding inderdaad nietig of zou het vernietigbaar moeten zijn? Jan Wouter Alt geeft aan dat de Hoge Raad het beding uit de NBBU-cao nietig verklaart. Hendarin Mouselli plaatst daar een kanttekening bij. Als het uitzendbeding bij ziekte uit de NBBU-cao in strijd is met artikel 7:691lid 2 BW, dan is het de vraag wie wordt beschermd door dit artikel. Als dat één der partijen is, dan zou eerder vernietigbaarheid het rechtsgevolg moeten zijn dan nietigheid.

Wat als de uitzendkracht zelf de overeenkomst wil beëindigen?
Het uitzendbeding is onder andere tot stand gekomen zodat de inlener onverwijld de terbeschikkingstelling kan beëindigen en daarmee de uitzendovereenkomst dan ook van rechtswege eindigt. Wat als een uitzendkracht met een uitzendovereenkomst met uitzendbeding zelf direct wil opzeggen? Bij de totstandkoming van het uitzendbeding is bepaald dat ook de uitzendkracht direct de uitzendovereenkomst kan opzeggen als het uitzendbeding is afgesproken. In de uitzend cao’s is bepaald dat de uitzendkracht bij zijn verzoek om de uitzendovereenkomst te beëindigen uiterlijk één werkdag van tevoren moet melden bij de uitzendorganisatie.

Vervangende uitzendkracht in plaats van beëindigen van overeenkomst?
Als een flexmedewerker ziek wordt, dan is het aannemelijk dat een uitzendorganisatie het liefst een andere uitzendkracht levert. Hetzelfde geldt voor de inlener. Wanneer het werk gedaan moet worden, dan geeft de inlener waarschijnlijk de voorkeur aan een vervangende uitzendkracht en niet aan het beëindigen van de overeenkomst. Vooral in de huidige tijdsgeest met krapte op de arbeidsmarkt. Hangt de inleningsovereenkomst aan één uitzendkracht, of aan het vervullen van een functie? De Hoge Raad spreekt iedere keer van terbeschikkingstelling. Ook in artikel 7:691 lid 2 BW komt dat terug. In de uitzendsector wordt veelal de opdrachtbevestiging die ten grondslag ligt aan een specifieke terbeschikkingstelling beëindigt als gevolg waarvan de terbeschikkingstelling eindigt en niet de gehele overeenkomst tussen de uitzendorganisatie en inlener. 

Wat moeten uitzendorganisatie doen als ze momenteel werken met het uitzendbeding?
Als de uitzendorganisatie een uitzendovereenkomst met uitzendbeding heeft afgesloten met de uitzendkracht en de uitzendkracht raakt ziek, dan eindigt de uitzendovereenkomst alleen als de inlener de terbeschikkingstelling heeft beëindigd. Dit betekent dat er een concrete beëindiging moet liggen vanuit de inlener. De Hoge Raad oordeelt niet of de beëindiging vanuit de inlener schriftelijk of mondeling moet geschieden. Bewijstechnisch is het verstandig om dat schriftelijk te laten beëindigen door de inlener. De vraag is evenwel welke gevolgen de uitspraak van de Hoge Raad zal hebben op de lange termijn, nu het uitzendbeding bij ziekte op zichzelf wel stand heeft gehouden mits een opzegging van de inlener daaraan ten grondslag ligt. Of zal de wetgever het regime gaan aanpassen? Dat zal de toekomst moeten uitwijzen. 

Met een specialist van gedachten wisselen?

De nieuwe uitzend-cao heeft grote impact en vraagt om een goede voorbereiding én aanpassingsvermogen. Acture helpt jou daar graag bij!

Vraag een gesprek aan en ontvang persoonlijk advies